
Psychedelica, ook wel hallucinogene drugs genoemd, wekken veel interesse op in het veld van de geestelijke gezondheidszorg. Ze hebben het potentieel om psychiatrische aandoeningen te behandelen door diepgaande veranderingen in perceptie, gedachten, gevoelens en bewustzijn te veroorzaken. Er is recentelijk meer klinisch onderzoek gedaan naar psychedelica, wat heeft geleid tot enkele belangrijke ontdekkingen met gevolgen voor de psychologie en farmaceutische industrie.
Johns Hopkins Universiteit
De Johns Hopkins Universiteit in Baltimore, een stad in de Verenigde Staten, loopt voorop rond het onderzoek naar het inzetten van psychedelica in de geestelijke gezondheidszorg. Sinds het begin van de jaren 2000 is er een heropleving van klinisch onderzoek naar psychedelica en een toenemende interesse onder clinici en patiënten voor de behandeling van psychiatrische aandoeningen. Het Johns Hopkins Center for Psychedelic and Consciousness Research is een vooraanstaand instituut in het onderzoeken van innovatieve behandelingen met behulp van psilocybine, een natuurlijk voorkomend psychedelisch middel dat in “magische paddestoelen” wordt gevonden.
De Johns Hopkins Universiteit heeft baanbrekend werk verricht in het onderzoek naar psychedelica sinds het begin van de 21e eeuw. In 2000 was een groep onderzoekers van Johns Hopkins de eerste die de goedkeuring kreeg om het onderzoek naar psychedelica bij gezonde vrijwilligers die geen eerdere ervaring hadden met psychedelica te hervatten. In 2006 lanceerde de publicatie “Psilocybin can occasion mystical-type experiences having substantial and sustained personal meaning and spiritual significance” de heropleving van het psilocybineonderzoek. Dit wordt algemeen beschouwd als de mijlpaalstudie die de vernieuwing van het psychedelische onderzoek wereldwijd heeft aangewakkerd.
Veelbelovend onderzoek voor medicinale toepassingen
Er zijn verschillende belangrijke onderzoeken uitgevoerd door Johns Hopkins naar de therapeutische effecten van psychedelica. Zo bleek uit een onderzoek uit 2014 dat psilocybine, in combinatie met cognitieve gedragstherapie, hielp bij het verminderen van angst bij sommige kankerpatiënten en bij het vergemakkelijken van stoppen met roken voor sommigen. In 2016 toonde een klein dubbelblind onderzoek aan dat een aanzienlijke meerderheid van de mensen die angst of depressie hadden in verband met kanker aanzienlijke verlichting vonden voor maximaal zes maanden na een enkele grote dosis psilocybine.

In 2018 deden onderzoekers van Johns Hopkins een aanbeveling om psilocybine te herclassificeren van een schema I-drug (een drug zonder bekend medisch potentieel) naar een schema IV-drug, zoals voorgeschreven slaapmiddelen, maar met striktere controle, mits het de fase III klinische proeven zou doorstaan.
Onderzoek aan de Johns Hopkins Universiteit heeft ook aangetoond dat de substantiële antidepressieve effecten van psilocybine-geassisteerde therapie, gegeven met ondersteunende psychotherapie, bij sommige patiënten mogelijk minstens een jaar aanhouden.
Er zijn momenteel klinische proeven gaande voor aandoeningen zoals angststoornissen, eetstoornissen en middelenmisbruikstoornissen.

Kanttekening: meer onderzoek nodig
Het onderzoek naar psychedelica is nog steeds in ontwikkeling, maar de resultaten tot nu toe zijn veelbelovend. Het is belangrijk om te benadrukken dat het gebruik van psychedelica in een gecontroleerde, therapeutische context verschilt van recreatief gebruik, en er zijn potentiële risico’s en bijwerkingen, waaronder psychologische ongemakken en de mogelijkheid van het ontwikkelen van een psychose, vooral bij mensen die daarvoor vatbaar zijn.
Ondanks deze potentiële risico’s tonen de huidige onderzoeksresultaten aan dat psychedelica mogelijk een krachtig nieuw hulpmiddel kunnen zijn in de geestelijke gezondheidszorg. Met verdere studies en een beter begrip van hoe deze stoffen de hersenen beïnvloeden, zouden ze een revolutie kunnen teweegbrengen in hoe we denken over en behandelen van psychische aandoeningen.